Werkgebieden
Dovenschool

De school biedt onderwijs aan meer dan 140 dove kinderen. Op het ogenblik zou er voor het merendeel van deze leerlingen geen onderwijsmogelijkheid zijn als de school niet zou bestaan.
De school heeft meer dan 140 leerlingen in de leeftijd van 3 tot 20 jaar en 24 leraren. De grote meerderheid van de leerlingen is Jordaans, maar een klein aantal kinderen uit armere Arabische landen wordt soms toegelaten door het instituut. De meeste kinderen wonen ver van Salt of leven in een moeilijke gezinssituatie. Voor deze kinderen is er een internaat met ongeveer 120 plaatsen.
De school voorziet in vier niveaus van onderwijs. Kleuterschool, basisschool, voortgezet onderwijs met beroepsopleiding en voorbereidend hoger onderwijs. Hierna hebben leerlingen de mogelijkheid om buiten het instituut verder te studeren. In de school zijn ook een kinderbibliotheek, computer- en practicumlokalen, een handenarbeidlokaal en sport- en spelfaciliteiten aanwezig.
Doofblinden-afdeling

De Doofblinden-afdeling voorziet in onderwijs, behandeling en zorg aan een van de meest genegeerde en verwaarloosde groepen mensen in het Midden-Oosten.
Er is weinig informatie beschikbaar over het aantal doofblinde mensen in de regio. In het algemeen zijn doofblinde kinderen gedoemd tot een geïsoleerd bestaan en een leven van emotionele, geestelijke en sociale verwaarlozing. Het instituut was zich al een aantal jaren bewust van deze enorme nood onder doofblinde kinderen en jonge mensen en wilde graag helpen door opleiding en zorg te bieden aan hen en hun families.
In 2001 werd de afdeling gestart met twee doofblinde kinderen. Op dit moment is er een staf bestaande uit lokale medewerkers en buitenlandse vrijwilligers en negen doofblinde leerlingen in de leeftijd van 4 tot 17 jaar. De afdeling is ondergebracht in een aparte huiselijke unit met 24-uurszorg. Verder krijgen de Doofblinden les in vooral het aanleren van vaardigheden. Zaken die ze nodig hebben in het dagelijkse leven en die hun onafhankelijkheid en bewuste besluitvorming bevorderen. Verweven met diverse activiteiten is het leren van bijbehorende gebaren, waardoor ze kunnen communiceren met hun omgeving.
De afdeling is zo ingericht dat verzorgers en docenten praktische en dagelijkse training kunnen geven aan doofblinde leerlingen. De staf ontwikkelt hiervoor het benodigde trainingsmateriaal en er zijn plannen om opleidingen te verzorgen in andere landen in de regio.
Internaat

Het internaat probeert een liefdevol tehuis voor de kinderen te bieden, waar ze zich ten volle kunnen ontwikkelen.
Door het dragen van verantwoordelijkheid leren de kinderen te zorgen voor degenen die jonger en zwakker zijn dan zijzelf. De meisjes en de jongens leren ook huishoudelijke vaardigheden. Het leren van deze vaardigheden is voor de meisjes essentieel, want gewoonlijk zouden ze dit thuis met hun moeders oefenen. Ook voor de jongens zijn deze vaardigheden zeker nuttig. Zo leren ze respect te krijgen voor het feit dat een huishouding runnen eigenlijk lang niet eenvoudig is.
Beroepsopleiding

Bij het opgroeien van dove kinderen tot volwassen en zelfstandige leden van de samenleving, is naast onderwijs, ook een beroepsopleiding erg belangrijk.
Gemiddeld nemen 40 studenten deel aan de beroepsopleiding. De volgende beroepen worden onderwezen: borduren, pottenbakken en mozaïekwerk, hout- en metaalbewerking, autotechniek, kinderverzorging en in bijzondere gevallen hoortoestelmontage. Het instituut hoopt het aanbod aan beroepsopleidingen in de toekomst uit te breiden.
De meeste beschikbare carrières richten zich op handenarbeid. Maar het instituut biedt nu ook informatica-opleidingen aan.
Ongeveer 60% van de trainers is zelf doof. Het instituut is bezig met het in dienst nemen van meer gekwalificeerde dove leraren om het tweetalige (gebarentaal/Arabisch) onderwijs beter te kunnen realiseren.
De jongelui die van school komen, kunnen door hun beroepsopleiding met succes werk vinden. De mogelijkheid een baan te vinden en financieel onafhankelijk te zijn, speelt een beslissende rol in de publieke opinie over dove mensen en hun gelijke rechten. Het feit dat de werkeloosheid onder Doven met een beroepsopleiding aanmerkelijk lager ligt dan het nationale gemiddelde, spreekt boekdelen.
Audiologie

De afdeling Audiologie levert de broodnodige audiologische dienstverlening aan het armere deel van de bevolking. Deze mensen hebben vaak geen ziektekostenverzekering en kunnen zich geen privébehandeling veroorloven.
De afdeling biedt onderzoeks-, diagnostische en adviesdiensten, evenals de verkoop en reparatie van hoortoestellen tegen betaalbare prijzen.
In 2003 startte audiologie samen met een aantal lokale en internationale partners een nationaal programma om doofheid vroeg en zelfs vóór de geboorte op te sporen. Het ministerie van Volksgezondheid is nu verantwoordelijk voor het waar mogelijk handhaven van dit programma in het hele land.
Daarnaast biedt de afdeling audiologie opleidingsmogelijkheden op het gebied van audiologie, hoortoestellen en hoortoesteltechniek. Een opvallend detail is dat de meeste technici van de afdeling Audiologie ook doof zijn.
Buitenafdeling

Ruim 300 kinderen met gehoor- en spraakproblemen nemen deel aan verschillende buitendienst-programma’s. Dit netwerk van voorzieningen heeft al duizenden kinderen met verschillende handicaps bereikt.
Met meer middelen, kan de dienstverlening langzaam uitgebreid worden om in de behoeften te voorzien die in het hele land zichtbaar zijn.
De buitenafdeling van het instituut bevordert:
1. De integratie van gehandicapte kinderen in de klassen van openbare scholen
2. Integratie van mensen met een handicap in hun omgeving
3. Opleiding van geschoolde werknemers en leraren
Geïntegreerd onderwijs
In samenwerking met het Ministerie van Onderwijs wordt geïntegreerd onderwijs verzorgd op dorps- en buurtscholen. Het instituut biedt bijscholing voor lokale leraren en professionele ondersteuning met lesmateriaal en hoortoestellen.
Gemeenschapsgerichte Rehabilitatie (CBR)
CBR-dienstverlening probeert samen te werken met lokale instellingen zoals klinieken, ziekenhuizen, scholen, fabrieken en lokale bedrijven. Het doel is om de integratie van gehandicapte kinderen in hun omgeving zo goed mogelijk te bevorderen. Hiervoor worden vrijwilligers en medewerkers van betreffende instanties en bedrijven opgeleid.
Hoewel de buitenafdeling zich primair richt op dove kinderen, coördineert het ook een netwerk van andere organisaties die elk gespecialiseerd zijn in bepaalde handicaps. Zo wordt de dienstverlening aan alle gehandicapte kinderen op de diverse buitendienstlocaties zeker gesteld.
Opleiding
Bij onderwijs- en revalidatieprogramma’s wordt vaak gebruik gemaakt van vrijwilligers die zijn opgeleid door specialisten.
Vluchtelingenwerk
Sinds 2013 heeft het Holy Land Institute for the Deaf (HLID) een centrum voor kinderen met een beperking in het Za’atari vluchtelingenkamp op de grens van Syrië en Jordanië. Kinderen met een beperking behoren tot de meest kwetsbaren in het kamp. Sinds het werk begon zijn in het centrum meer den 3000 kinderen geholpen, evenals jonge en oudere mensen met gehoor-, zicht- en geestelijke beperkingen. Elke dag komen er 75 kinderen naar het centrum voor hulp met hun hoorapparaten, voor therapie of les. En soms alleen maar voor steun en vriendschap van de HLID-staf en de 14 vrijwilligers van het centrum.
Feiten en cijfers
Het centrum bestaat uit negen stacaravans.
– Er komen dagelijks 75 kinderen,
– Er werken 14 professionele Syrische vrijwilligers uit het kamp: 7voor onderwijs, 7voor testen, diagnosticeren en revalidatie,
– 4 tot 6 specialisten van het Netwerk van Jordaanse Gehandicaptenorganisaties bezoeken dagelijks het kamp. Acht stafleden komen wekelijks of indien nodig naar het kamp,
– Twee auto’s en zo nodig een busje van het HLID zijn dagelijks onderweg. Verder is er een busje voor het ophalen van de kinderen in het kamp.
Za’atari: in grootte de 4e stad van Jordanië
Sinds de burgeropstand en militaire vijandigheden begonnen hebben zo’n 1,4 miljoen mensen de gastvrijheid van hun buurland Jordanië aanvaard. Velen van het kwamen terecht in het Za’atari kamp. Het kamp is begonnen als een omheind stuk woestijn met beperkte infrastructuur en diensten voor 38.000 Syriërs. Momenteel huist het 170.000 Syrische vluchtelingen, en het is daarmee de vierde stad in Jordanië. Dromen, carrières en levens zijn door de problemen thuis onderbroken en families delen in het hele kamp tenten, keukens en toiletten in de dagelijkse strijd om te overleven. Wat bedoeld was als een tijdelijke rustplaats is na zoveel jaar crisis een permanente en sombere plek geworden.
Centrum van hoop
Door lage budgetten en overladen stafleden werden vluchtelingen met speciale behoeften te vaak over het hoofd gezien. Zo werden veel kinderen met beperkingen de meest kwetsbaren.
In 2012 begon het HLID zich zorgen te maken over de situatie en zocht contact met vertegenwoordigers van verschillende organisaties. Geen enkele organisatie verzorgde programma’s voor gehandicapten. Kinderen met hoor- en zichtproblemen en kinderen met fysieke, cognitieve of neurologische aandoeningen kregen geen hulp en hadden geen voorzieningen. Hierdoor was hun deelname aan het dagelijks leven en onderwijs extra moeilijk. Dit had gevolgen voor het hele gezin. Het ‘Netwerk’, een samenwerking van Jordaanse gehandicaptenorganisaties, heeft het centrum in Za’atari in 2013 opgezet.
Nog steeds blijkt hoe een centrum in een kamp voor Syrische vluchtelingen een baken van hoop kan zijn. Het doet dienst als een levendige ontmoetingsplaats en als een school voor kinderen die anders over het hoofd gezien zouden worden.
Taalontwikkeling

De afdeling Gebarentaal richt zich op het ontwikkelen van onderwijsleermiddelen in het Arabisch en in de Jordaanse gebarentaal. Curricula en syllabi worden verzorgd voor gebarentaalonderwijs, Arabische dovencultuur en het opleiden van doventolken.
De cursussen worden jaarlijks door ongeveer 100 mensen bezocht. Tot de cursisten behoren onder meer leerkrachten en vrijwilligers van het HLID en andere centra, hbo- en universiteitsstudenten, maar ook ouders en familieleden van dove kinderen.
De afdeling is ook betrokken bij het opleiden van tolken voor gebarentaal, waarvan velen met dove leerlingen in het voortgezet onderwijs en op universiteiten werken. De Jordaanse regering heeft een commissie in het leven geroepen die verdere ontwikkelingen op dit gebied stimuleert en begeleidt. De afdeling Gebarentaal speelt in deze commissie een prominente rol.
De Kijkbijbel in het Arabisch en in de Arabische gebarentaal
De ‘Kijkbijbel’ van Kees de Kort is door de afdeling Gebarentaal vertaald in het Arabisch en in de Arabische gebarentaal. In totaal zijn er 20 boekjes vertaald met daarin de unieke Bijbelse (Christelijke, Islamitische en Joodse) verhalen en platen. De boekjes zijn verkrijgbaar in Jordanië en gesponsord door het Bijbelgenootschap.
“An Introduction to the Grammar of Jordanian Sign language”
Bernadet Hendriks heeft in samenwerking met de afdeling gebarentaal een boek ontwikkeld dat in heel Jordanië verkrijgbaar is. Dit boek heet: “An Introduction to the Grammar of Jordanian Sign language”.